Bromelia

De familie van de bromelia’s

De bromelia-achtigen of Bromeliaceae vormen een enorme plantenfamilie met talrijke geslachten uit tropische en subtropische gebieden.  Het zijn meestal rozetvormende planten – ze vormen een bladerkrans – en ze zijn van veel andere bloeiende en zaadvormende planten te onderscheiden door hun mogelijkheid om voedingsstoffen en water niet alleen via hun wortels, maar ook (of soms zelfs alleen) via hun bladeren op te nemen. Die bladeren zijn vaak prachtig gekleurd of getekend en de planten bloeien altijd in bijzondere vormen. Er zijn – net zoals bij de orchideeën – epifytische bromelia-achtigen (die op bomen groeien) en terrestrische soorten (die met hun wortels in de volle grond groeien. Ook zijn er soorten die met hun wortels in rotsspleten groeien, de zogenaamde lithofyten. En alweer net zoals de orchideeën vormen ze een heel jonge plantenfamilie die zich tot een enorme vormenrijkdom heeft ontwikkeld. Ze zijn pas 65 miljoen jaar geleden ontstaan. Het zijn dus in de evolutie van het leven op onze planeet heel moderne planten. Het heeft geen zin om hier op al die vormen in te gaan, maar om je een idee van hun verscheidenheid te geven, volgen hierna enkele geslachten waarvan je bij GroenRijk vaak wel planten kunt vinden of die je wel kent. In alfabetische volgorde:  Aechmea, Ananas, Billbergia, Cryptanthus, Dyckia, Guzmania, Neoregelia, Nidularium, Tillandsia, Vriesea. Er is ook het geslacht Bromelia dat zijn naam heeft gegeven aan de hele familie.

Geen bladstengels

Bromelia-achtigen hebben geen bladstengels, maar ze vormen een rozet van lancet- of zwaardvormige, soms aan de randen gestekelde bladeren. Bij sommige geslachten vormt zo’n bladerrozet een koker waarin de plant in de natuur regenwater vasthoudt. Ideaal in droge perioden en helemaal als je op een boomtak groeit en je je wortels alleen maar gebruikt om je aan zo’n tak vast te houden. Want – opnieuw net zoals orchideeën – epifytische bromelia’s tasten hun gastheer niet aan, ze verzamelen zelf hun voedsel uit lucht en regenwater. Leuk om te weten: sommige epifytische soorten gaan via hun wortels wel voedsel uit de grond halen als ze daarin groeien. De kwekers/telers maken daar vaak dankbaar gebruik van. Bij veel soorten zijn de bladeren bedekt met kleine schubben die helpen om vocht en voedsel uit lucht en water te halen. Zelfs zijn er soorten die de stoffen opnemen die vrij komen uit insecten die in het water in de bladerkoker verdrinken. Bromelia’s maken niet zelf vloeistoffen aan die die lijkjes ontbinden, zoals echte vleesetende planten wel doen.

De bloei

Diverse bromelia-achtigen kunnen in bijna ieder seizoen bloeien. De bloemen zijn vaak heel opvallend met heldere kleuren. Vaak staan er minstens zo sterk gekleurde (meestal rode of roze) schutbladen omheen. De bloemen kunnen millimeterklein zijn, andere bloeien aan stengels die wel 10 m hoog zijn. Er is geen andere plantenfamilie met zo’n variatie aan bloeiwijzen. En als we het over kleuren hebben: groen, paars, rood, geel, wit, crème en roze zijn rijk vertegenwoordigd. Voor de kwekers is dat ideaal. Hun kleurenpalet om mee te ‘spelen’ is bijna oeverloos. De planten bloeien overigens niet zo lang –  dan moet je aan een aantal weken denken – waarna ze langzaam verwelken. Maar ook dat stadium is vaak heel mooi. Op één uitzondering na – het geslacht Dyckia – sterft een bladrozet bij bromelia’s na de bloei langzaam af, maar dat duurt maanden. In die tijd vormen ze nieuwe zijscheuten, die kunnen worden afgenomen om apart te worden uitgeplant om een nieuwe cyclus te beginnen. Bij grotere soorten – die weinig worden geteeld; je vindt ze vooral in de natuur – kan het soms wel 20 jaar duren voor ze gaan bloeien. 

Verzorging

  • Zet de plant op een lichte plek in huis, maar zomers niet in fel zonlicht.
  • Geef 1 keer per week water in de koker van de plant 
  • Tijdens de groeiperiode kun je regelmatig sterk verdunde plantenvoeding in het gietwater doen.

Bekijk meer productgroepen in de categorie Bloeiende kamerplanten